Een schat zonder schatkaart

Gisteren is vandaag - Studio Winter

Ik kwam ze bij toeval tegen. In fotoboeken die lagen te wachten om opgeruimd te worden. Natuurlijk kwam ik ze niet allemaal tegelijk tegen. Zoiets ontstaat geleidelijk. Tijdens een ander project bladerde ik door de boeken. Stoffig en vergeeld, sommige vielen zelfs uit elkaar. De omslagen waren in alle tinten bruin, ze voelden leerachtig aan. Ik nieste af en toe wanneer ik een bladzijde omsloeg. Mijn opa had alle albums netjes bewaard. En nu lagen ze bij mijn ouders thuis, opgestapeld, niet wetend wat ze daar nou weer moesten doen.

Zielig, dat vond ik ze eigenlijk. Ze leken zich zo nutteloos te voelen bij ons. Ik wilde ze weer nieuw leven inblazen. Ik keek en keek, bladerde, scande, concludeerde. Ik had een probleem. Ik zocht eigenlijk mijn oma, die ik me niet goed kon herinneren. Alleen enkele specifieke details, geuren, sferen kon ik boven halen. In de stoffige albums van vergeeld papier hoopte ik haar terug te vinden. Ik vond haar niet, ik vond iets anders.

We creëren onze eigen herinneringen, ons eigen nalatenschap. Online en offline. We brengen onszelf als een bepaald persoon naar buiten via onze foto’s. Aan deze ‘herinneringen’ kun je een persoon herkennen. Identiteit. Dat is nou juist waar ik naar op zoek was, wroetend tussen dozen vol foto’s die uit mijn opa’s huis kwamen. Vlagen van herinneringen, zoals geuren, heb ik nog wel. De geuren zijn vooral afkomstig uit de grote tuin die ze hadden. Echte details moest ik toch echt zoeken bij mijn eigen moeder, verhalen dus. Verhalen zijn subjectief, ik wilde weten hoe ze écht was. Ik zocht dus foto’s. Ja, eigenlijk zijn die ook subjectief. Niet écht in ieder geval. Op een foto poseer je, als je weet dat hij wordt gemaakt. De fotograaf kiest een moment uit waarop hij afdrukt. Die ongelukkige combinatie zorgt ervoor dat niet iedereen altijd even charmant op de foto staat. Mijn oma had daar blijkbaar een andere oplossing voor. Ze poseerde niet. Of eigenlijk poseerde ze juist wel…

Wie was ze, hoe lachte ze, hoe keek ze als je iets deed wat niet mocht, wat was haar lichaamstaal? Wat voor kleding had ze aan? Wat vond ze dus waarschijnlijk mooi en wat niet? Zelfs de kleinste details wilde ik weten. Ik wilde een completer beeld van mijn oma. Ik had verwacht, door alle foto’s die er van haar waren, dat beeld te vinden. Maar er werd wat meer van me gevraagd dan alleen kijken. Fantasie was broodnodig. Op de foto’s was geen lach te zien, geen rimpeltje, geen streng gezicht omdat er een snoepje werd gepikt, niets.

Ik kreeg haar achterkant, de rug naar me toe gekeerd. Hoe heeft ze zo met haar nalatenschap om kunnen gaan? Zou ze zich er wel bewust van geweest zijn? Ik denk het niet. Dan zou ze zich wel een keer bedacht hebben, nadat het rolletje ontwikkeld was en bleek dat ze er een keer met haar gezicht naar de lens was gefotografeerd, op een onbewaakt moment. Het moet een kwestie van ongemak zijn. Niet op de foto willen, en op aandringen van haar man toch maar op de foto gaan, wetende dat hij prachtige plaatjes kon maken. Ze was zich zeer bewust van de camera, een nieuw onderdeel van het huishouden, waar niet iedereen al aan gewend was in die tijd. Mijn opa had een spiegelreflex met verschillende lenzen, zijn hobby was fotograferen. Mijn oma was een logisch ‘object’, maar zelf vond ze dat duidelijk niet zo gemakkelijk, op de foto gaan. Het resultaat was wél poseren, maar het gezicht afwenden. Een middenweg met grote gevolgen voor mij, ik lees het meeste af aan een gezicht.

(...) door ons elke keer te wijzen op hoe mooi het moment was.
Gisteren is vandaag - Studio Winter

Ik ben gedwongen de identiteit van mijn oma af te lezen aan iets anders. In de foto’s waarmee mensen zichzelf in deze tijd exposeert, valt er voor mij meestal weinig te ontdekken. Ik word niet meer gedwongen om goed te kijken. Bij deze foto’s wel. Houdingen, gebaren, kleding. Hoe oma mijn moeder stevig tegen zich aandrukt en haar hoofd wegdraait, terwijl mijn moeder met een open blik de camera in kijkt. Hoe mijn moeder snoepjes pikt in mijn oma’s tasje, terwijl oma het uitzicht staat te bewonderen. Op veel foto’s geeft ze zich een houding door naar het uitzicht te wijzen. Ze lijkt elke keer te willen benadrukken hoe mooi het wel niet is. Ze cijferde zichzelf weg en benadrukte het moment. Eigenlijk was ze heel vooruitstrevend bezig, door ons elke keer te wijzen op hoe mooi het moment was. Ze was wie ze was, en wilde vooral laten zien waar ze op dat moment van stond te genieten. Ik heb mijn oma uiteindelijk toch nog gevonden, omdat ik moeite moest doen haar te vinden. Ze gaf me een schat zonder schatkaart.


Deze speurtocht is uiteindelijk mijn afstudeerproject geworden aan de HKU, in de vorm van een boek. Benieuwd? Je vindt het hier:

Vorige
Vorige

Voor de dag begon.

Volgende
Volgende

Samenwerking met Alijt voor Kroost